Op de hoek van de Woudvaartkade en de Johan Willem Frisostraat lag tot flak na de Tweede Wereldoorlog een hoeke grond die de Mastenbroekspôlle noemd werd. Nou staan op die hoek woaningen, maar der het een tied weest dat het een industrieel gebiedsje was.

Fan het Tuindorp is nog geen sprake, dat sú pas na de Tweede Wereldoorlog ontstaan.
Helemaal onderan op disse foto staat de Mastenbroekspôlle.
De drie kalkovens en de bedriefsgebouwen binne goed te sien.
Foorlangs de pôlle loopt de Sperkhemmer(op)vaart, richting Houkesloot.
Foto: Argief gemeente Sneek
De pôlle was noemd naar Pieter Mastenbroek (1759-1829). Dat was een seer welgestelde houthandelaar, die op die pôlle een houtsaagmolen had. Self woande hij an Kleinzand 60.
Familie Van der Heij
Nadat de pôlle een paar keer deurferkocht was, kwam hij in hannen fan de familie Van der Heij. Pieter van der Heij liet er kalkovens bouwe, su as je die op afbeelding 1 siene. De familie Van der Heij is ok bekend van de Van der Heijbuurt. Die had de familie bouwe laten om woaningen foor het personeel te hewwen.
Die kalkovens hadden een apart model: se waren seskantig. Dat werd het Alkmaarse model noemd. In oanze kontreien was het gebrúkelijk dat kalkovens een ronde koepelform hadden.
Pan- en Estrikfabriek De Eenheid
Toen de pôlle en wat er op stond in 1887 te koop anboaden werd, was er sprake fan:
“de in 1865 nieuw gebouwde, steeds in volle werking zijnde, zeer beklante PAN- en ESTRIKFABRIEK, de Eenheid genaamd, staande en gelegen zeer gunstig aan de Woudvaart”
Erven Feenstra mocht een brugje bouwe
In 1888 werden de kalkovens kocht deur Erven B.J. Feenstra, die ok kalkovens an de Houkesloat had, bij de Oppenhuizerweg.
De firma Feenstra kreeg fan de gemeente toestemming om over de Sperkhemmervaart een brugje te leggen, sudat de pôlle ok te foet bereikbaar werd.
Foorwaarde was wel dat de palen wêrop het brugdek lei, sufer út elkaar stonden, dat der pramen tussendeur fare konden. Bovendien moest er een “doorvaart ter wijdte van 4 meter, met losse bovenbouw” maakt wurde, sudat skippen der deurheen fare konden. As dat gebeurde, moest die losse bovenbouw natuurlijk even weghaald wurde (nou ja… even..).

De Mastenbroekspôlle was een hoek grond. Die lag op de hoek van wat we nou de Johan Willem Frisostraat, de Woudvaartkade en in het ferlengde dêrfan de Anna Paulownastraat noeme súden. Alleen, die straten waren der toen nog niet. Wel was er de Sperkhemmervaart, die de Woudvaart en de Houkesloot met elkaar ferbond.
Later, toen het water an de kant fan de Houkesloot afsloaten was, werd dat de Sperkhemmer Opvaart.
De pôlle was eerst alleen maar over het water te bereiken, maar Erven Feenstra had in 1896 toestemming van de gemeente kregen om over de Sperkhemmervaart een brugje te bouwen, sudat men der ok lopend komme kon. Foorwaarde was wel dat er een “doorvaart ter wijdte van 4 meter, met losse bovenbouw” maakt wurde moest, sudat skippen der deurheen fare konden.
De Anna Paulownastraat is niet lang na de Tweede Wereldoorlog anleid. Toen ferdween de Sperkhemmer Opvaart en kwam de Mastenbroekspôlle an land te lêggen.
Afbeelding: Fries Scheepvaart Museum
Woanskepen in de Sperkhemmeropvaart
De Sperkhemmervaart werd seker steeds minder bruukt, want an de kant fan de Houkesloot groeide hij dicht. En dan hew je niet meer een vaart, maar een opvaart.
En in de Sperkhemmeropvaart was an de kant fan de Woudvaart een plek ontstaan wêr woanskepen lêgge mochten. Op een fan de foto’s is dat te sien.

Dit was een foorloper fan de woanskepenhaven die in 1948 an de Woudvaart graven wurde sú.
Ingriepende feranderingen na de oorlog
De situatie op en rond de Mastenbroekspôlle feranderde ingriepend na de Tweede Wereldoorlog. De gemeente had de pôlle al in 1936 kocht, toen de “Fabrieksterreinen met opstallen, voornamelijk bestaande in woning, pakhuizen, loodsen en kalkovens” te koop anboaden werden.
Omdat de gemeente de grond niet direct noadig had, werd de pôlle eerst nog een tiedsje ferhuurd. En omdat de toestand fan de gebouwen niet meer je dat was, gebeurde dat foor een sacht prieske.
Na de oorlog was het gebeurd met de Mastenbroekspôlle. De gemeente had grond noadig om woaningen bouwe te kennen. Het Tuindorp werd anleid, de Johan Willem Frisostraat werd verlengd en an het eind dêrfan werd in 1948 een nieuwe woanskepenhaven graven. De grond die dêrbij frij kwam, werd bruukt om de Sperkhemmer Opvaart te dempen. Dat werd toen de Anna Paulownastraat.

En dêrmet was de hele Mastenbroekspôlle fan de aardbodem ferdwenen.
Dit was op speciaal fersoek van Peter een ferhaaltsje over de Mastenbroekspôlle. Aanfullingen en ferbeteringen binne natuurlijk weer fan harte welkom.
