Tonnemafabriek
Rijksmonument (in aanwijzing)
Ontwerp: Jo de Boer Minister Ronald Plasterk maakte op maandag 15 oktober 2007 een lijst bekend met daarop honderd panden die hij als rijksmonument voordraagt. Op deze lijst staan twee objecten uit Friesland. Eén daarvan is de ‘pepermuntfabriek van Tonnema’, het kenmerkende gebouw met de gele steentjes aan de Oude Oppenhuizerweg. De aanwijzing tot rijksmonument wordt pas definitief na overleg met de eigenaar en na advies van de gemeenteraad.
Voorgeschiedenis
De Tonnema fabriek, eigendom van de familie De Vries, was jarenlang gevestigd op het Kleinzand in de binnenstad. Door ruimtegebrek én door het succes van de introductie van de nieuwe Rangsnoepjes in 1948, besloot de firma na de Tweede Wereldoorlog om een compleet nieuwe fabriek aan de Oude Oppenhuizerweg te bouwen. Het was daarmee de eerste onderneming die zich vestigde op het nieuwe industrieterrein aan de Houkesloot. De opdracht voor het ontwerpen van de nieuwe fabriek ging naar architect J.A. (Jo) Boer uit Groningen (1895-1971). In de stad Groningen heeft deze architect diverse gebouwen en complexen ontworpen in een karakteristieke eigen variant van de Amsterdamse School, waarvan er acht de status van rijksmonument hebben. Jo Boer was al sinds 1929 de ‘huisarchitect’ van de familie De Vries. Hij ontwierp voor de oorlog het complex aan het Kleinzand, dat bestond uit fabrieksruimtes, kantoren en een woonhuis. Dit complex is in 1984 afgebroken. Verder ontwierp Boer de villa ‘De Lindenhoek’ aan de Leeuwarderweg.
Verschillende bouwfasen
De nieuwe Tonnema fabriek werd in verschillende bouwfasen gerealiseerd.
In 1949 werd de eerste opslagloods gebouwd. In 1950 en 1954 kwamen hier twee loodsen bij. De loodsen kregen zadeldaken met puntgevels. In 1954 werden de loodsen met elkaar verbonden en om van het geheel een eenheid te maken, kregen ze een nieuwe buitenbekleding van gele verblendsteen. In 1955 kwam een grote uitbreiding tot stand in zuidoostelijke richting met de karakteristieke reeks van negen gebogen sheddaken. Het betonskelet werd in het zicht gelaten en eveneens gevuld met gele verblendsteen. In deze uitbreiding vond de productie plaats van de Rangsnoepjes. Door de hellende beglazing tussen de sheddaken kon het neutrale noorderlicht de werkruimtes volop binnenvallen. Aan de zuidkant werd de reeks sheddaken afgesloten met het ketelhuis, een gebouw van twee bouwlagen met een schaaldak. Ook hier werd het betonskelet in het zicht gelaten en gevuld met gele verblendsteen. Het ketelhuis kreeg op de begane grond brede vensterstroken, bestaande uit glastegelbetonramen. Daarboven werden reeksen ‘claustra’s’ gerealiseerd, geometrische elementen van beton en glas (de openingen zijn later dichtgemaakt). De gevelvlakken op de verdieping werden voorzien van siermetselwerk in de vorm van kruisvormige patronen van uitspringende baksteenkoppen. Aan de noordzijde van de loodsen ontwierp Jo Boer een overkapte, representatieve entree met luifel waaronder de expeditie plaatsvond. Boven de luifel was oorspronkelijk een kantoorverdieping ontworpen, maar deze is niet uitgevoerd.
Na de voltooiing van het complex ontwierp Boer in 1956 tenslotte nog een portiersloge, een vrijstaand, vijfzijdig gebouwtje bij de ingang van de fabriek. Deze portiersloge is inmiddels afgebroken.
Nieuwe constructies en materialen
Gebouwen voor handel en industrie stonden in de jaren na de Tweede Wereldoorlog volop in de belangstelling. Er werd veel geëxperimenteerd met nieuwe constructies en materialen als beton en staal. Door lichtere betonconstructies konden grotere ruimtes worden overspannen, zodat er minder draagpunten nodig waren en een flexibele indeling mogelijk werd. Bovendien was moderne architectuur voor veel bedrijven en visitekaartje en werd geassocieerd met de moderniteit van hun producten. De Tonnema fabriek uit 1955 geldt als juweel onder de moderne fabrieksgebouwen uit de jaren vijftig. In 1964 werd de fabriek opnieuw uitgebreid naar het zuiden toe. Voor deze opdracht werd Jo Boer echter gepasseerd. De directie was niet langer tevreden over hem, niet zozeer vanwege de kwaliteit van zijn werk, maar vanwege het herhaaldelijk te laat aanleveren van bestektekeningen, zodat aannemers vertraging opliepen. Zo kwam er een eind aan een periode van bijna dertig jaar dat Boer ‘huisarchitect’ was van de firma Tonnema.
Zie ook: Jo Boer (1895-1971) Architect uit Groningen, Rita Overbeek en Marieke van der Heide, Uitgeverij Noordboek, 2006, ISBN 9033005670.