Een paar jaar leden had ik al es een ferhaaltsje skreven over de aanleiding foor de gemeente Sneek om de Algemene Begraafplaats an te lêggen. Dat gebeurde in de jaren 1826-’27 en dat was hard noadig. As gefolg fan de watersnoadramp fan 1825, gingen er sufeul meensen doad, dat de rúmte bij de Martinikerk te klein werd.

De graven lêgge dicht bij mekaar. Al met al was der ruumte foor 2808 overledenen.
Op het foorterrein was plek foor wat meer sierlijkheid, met bochtige padsjes, bomen en de behearderswoaning.
Tekening: Argief gemeente Sneek.
Het was selfs su erg dat ouwe graven weer openhaald werden en nieuwe lieken der bij inpropt werden. Sommige meensen sagen selfs de halfvergane lieken terug fan familieleden die pakweg een half jaar dêrfoar overleden en begraven waren! Wie dat ferhaaltsje fan een paar jaar leden terugleze wil, mut even op de link in de earste reaktie klikke.
De earste begrafenis
De earste overledene die dêr begraven werd was Johanna Adema. Zij was geboren in 1771 en “innocente”, dat wil sêgge “onschuldig”, oftewel ferstandelijk beperkt. At je de ontwerptekening fan stadsarsjitect Pieter Rollema bekieke (afbeelding 1), is het niet moeilijk te ontdekken dat hij sien best deen het sufeul mogelijk rúmte foor graven in te tekenen. De plekjes lêgge stief tegen elkaar an. Johanna Adema, die overleden was op 1 december 1827, het waarskienlijk een plekje kregen in het earste graf, links fan de ingang.

Het suu best weze kenne dat de steen fan Johanna Adema, die hier in 1827 as eerste begraven werd, fooran leit.
Foto: Fries Scheepvaart Museum.
Hoe het ferder ging
Toen de begraafplaats klaar was en meteen ok de aanlegkade plus het trapke an de kant fan de Kerkhofsgracht – dat fanaf 1832 deur het leven gaan suu as het “choleratrapke” – kon de gemeente weer wat ruumer ademhale en de tied nimme foar de ferdere afwerking. Dankzij de Kerkhofsgracht en dat trapke konden de overledenen naar de nieuwe begraafplaats bracht wurde. De gemeente skafte der selfs nog een speciaal “lijkschip” foor an!

Foto © Alice Booij 23 april 2016.
De Kerkhoflaan was er nog niet, maar het ergste probleem was oplost en het kerkhof bij de kerk kon afsloaten wurde.
De Toegangspoart in 1828
An het ferfolg van de aanleg van de begraafplaats ken je moai afleze hoe’t der hierna in stapkes naar de Oude Dijk toewerkt werd. Toen de begraafplaats in gebrúk nomen was, kon de toegangspoart optrokken wurde. At je der foar staan, ken je in de rechter pilaar, helemaal onderan, het jaartal 1828 staan sien. Die was dus bouwd in het jaar nadat de begraafplaats in gebrúk nomen was.

At je in de buurt binne, mut je maar even naar de onderkant van de rechterpilaar kieke. Dêr staat het jaartal 1828 op.
De Behearderswoaning
Toen de Toegangspoart su’n bitsje klaar was, kon de Behearderswoaning anbesteden wurde. In de Leeuwarder Courant fan 27 februari 1828 plaatst de gemeente een adfertentie wêrin de aanbesteding fan “een HUIS buiten de stad Sneek, in de nabijheid fan de Nieuwe Begraafplaats, met het leveren van de benodigde materialen” bekend maakt wurdt. Helaas is (mij) niet bekend wie de woaning bouwe mocht, maar hij het goed werk verrichten, want hij staat er nog. Tegenwoardig sit het Theehuis hier in.

en er tijd is voor een praatje als je daar behoefte aan hebt.
Foto; Ineke van Solkema-Kuipers 16-03-2025
Het Foorterrein
Foor de aanleg fan het foorterrein mocht ok wel wat rúmte brúkt wurde. Anders dan de inrichting fan de begraafplaats self, die sufeul mogelijk rúmte foar graven moest hewwe, kon het bij het foorterrein wat leie. Arsjitect Rollema gaf der een slingerke an, met sierlijke padsjes en mooie bomen.
Kerkhof(s)laan
En dan wurdt het tied foor de aanleg fan de Kerkhof(s)laan. In 1830 wurdt de bouw fan een nieuwe brug over de Franekervaart anbesteden. Nadat die brug klaar was sal ok de aanleg fan de Kerkhoflaan anbesteden weze. Dêr hew ik geen adfertentie fan fiene kennen, maar dat liekt mie wel logies.

Die huuskes werden su noemd omdat se an de weg naar het kerkhof stonden.
Foto: Fries Scheepvaart Museum
De nieuwe toegangsweg naar de Algemene Begraafplaats kreeg de naam Kerkhofslaan, met een s in de naam. Op een gegeven moment mut die s ferdwenen weze.
En… út die naam bliekt wel dat Sneek nog wenne moest an de benaming “Begraafplaats”, want eigenlijk had die straat natuurlijk “Begraafplaatslaan” hete mutten…
Tranendal en Korte Vreugde
Nog even over de namen Tranendal en Korte Vreugde: de húskes an Tranendal ontlene hun naam an de begraafplaats. Die naam herinnert an “het aardse tranendal” wêr wij tot oans einde leve mutte of magge.
De naam “Korte Vreugde” komt al foor op een ouwe landkaart fan 1685 en het dus niks te maken met de begraafplaats.
Dit was op speciaal fersoek fan Peter een ferhaaltsje over het ferfolg op de aanleg fan de Algemene Begraafplaats. In Sneek wurdt die nog heel faak “kerkhof” noemd. Die naam, en de naam fan de Kerkhoflaan, herinnere an de tied dat er nog rond de Martinikerk werd begraven.
Tekst Alice Booij (gepubliceerd d.d. 16-03-2025 FB Sneek, su het ut weest!)